
Het sociale platform LinkedIn mag recruiters helpen iemand te vinden, maar vertelt niet wie de persoon achter een cv is, meent Burnison. Recruiters van vlees en bloed zullen de belangrijkste schifting nog steeds zelf moeten doen, via interviews en psychometrische tests: daarin komen de meer softe kwaliteiten boven drijven, zoals motivatie en gedragsstijl. Ook IQ-tests zijn niet zaligmakend: er bestaat bijvoorbeeld een negatieve correlatie tussen mensen met een hoog IQ en hun effectiviteit als leider.
De recruitmentwereld experimenteert driftig met kunstmatige intelligentie, op zoek naar betere kandidaten, en verbreding van de talentvijver. Maar uiteindelijk laat het wervingsproces zich maar beperkt digitaliseren, verwacht bestuursvoorzitter Gary Burnison van Korn Ferry, ’s werelds grootste headhuntersbedrijf. Effectief selecteren blijft mensenwerk. ‘Ik zie bedrijven in onze wereld steeds vaker blind vertrouwen op technologie. Ik vraag me af of we de creatieve rechter hersenhelft niet wat al te gemakkelijk uitschakelen’, zegt Burnison.
Harde data
Burnison kijkt met de nodige verwondering naar grote bedrijven die proberen kunstmatige intelligentie te verheffen tot een hoofdrol in hun wervingsbeleid. Bij supermarktconcern Walmart en levensmiddelenproducent Unilever moeten sommige kandidaten eerst een hele batterij online assessments doorlopen, om pas in de vierde sollicitatieronde iemand van vlees en bloed tegenover zich te krijgen. Robots kunnen een sollicitant tijdens een interview afwijzen op gezichtsuitdrukkingen of woordkeus. En internetbedrijf Google propageert al sinds 2015 om het wervingsbeleid primair te baseren op harde data, analytische tests en algoritmen.
‘Iemand selecteren zonder hem of haar ooit te ontmoeten, ik vind dat geen bemoedigende ontwikkeling’, zegt Burnison. ‘Er bestaat geen goede vervanging voor een een-op-een gesprek. In ons vak moet er een balans zijn tussen wetenschap en kunst. Daarbij draait het om zaken die niet puur analytisch zijn: buikgevoel, intuïtie. Wie is iemand, en past hij of zij bij de cultuur van het bedrijf?’
De opkomst van nieuwe technologieën zet de rol van intermediairs onder druk. De toegang tot talent is via platforms als LinkedIn opengesteld voor alles en iedereen, waar die aanvankelijk voorbehouden was voor professionele bureaus. Klanten kunnen ook meer zelf. De grotere transparantie betekent dat het aantal kandidaten per baan enorm is toegenomen, en daarmee de concurrentie ook.’ De noodzaak voor professionele schifting groeit daardoor alleen maar, aldus Burnison.